Bovenbeenprothese
Hoe wordt een beenprothese bevestigd? Er zijn verschillende systemen om een beenprothese aan uw stomp te bevestigen. Voor alle systemen zijn de belangrijkste onderdelen de liner en de prothesekoker.
Liner
De liner is een kous gemaakt van siliconen – of gelmateriaal – en wordt over uw stomp afgerold. Zo ontstaat een fixatie tussen de stomphuid en de binnenkant van de liner. De prothese wordt bevestigd aan de liner. Ook zorgt de liner voor bescherming van de stomp, waardoor het draagcomfort van uw prothese verbetert maar zorgt ook voor compressie op de stomp om deze optimaal te vormen.
Prothesekoker
De prothesekoker is een op maatgemaakte harde koker die over de liner om uw stomp wordt geplaatst. Aan de prothesekoker zit de buis en de voet bevestigd, daarover komt later, als u dat wenst een cosmetische afwerking. Zie de koker als de belangrijkste basis van de beenprothese. Zonder een goed passende koker kunt u niet goed lopen. Onze filosofie is om te beginnen een lanyardsysteem bij een bovenbeenprothese Enkele bevestigingssystemen voor een onderbeen- en bovenbeenprothese. Pinophanging Vacuümophanging (sleeve met liner, liner met membramen) Condylenophanging fixatie over het knie gewricht KISS-systeem (klittenbandophanging) Lanyardsysteem (liner met touwtje) ‘Wet’ fitting (zonder liner in de koker) De ’juiste’ ophanging is afhankelijk van uw stompvorm, stomplengte, uw gezondheid, spierkracht en persoonlijke wensen. Met de juiste ophanging voorkomt u dat de prothese afzakt. Er zijn een aantal manieren om een bovenbeenprothese te bevestigen
Er zijn een aantal manieren om een bovenbeenprothese te bevestigen.
Vacuumsysteem
Liner met rubberring aan de buitenzijde (seal-in) Een rubberring aan de buitenkant van de liner en een uitstootventiel onder in de prothesekoker zorgen samen voor een onderdruk in de koker bij het lopen.
Door met alchoholspray in de koker te spuiten gaat instappen met de stroeve rubberring eenvoudiger, kan de lucht via het uitstootventiel naar buiten en maakt de rubberring een afdichting met de harde koker. De stomp met liner zit dan vast in de koker en kan uitgedaan worden door het ventiel te verwijderen.
Wet fitting
Het is ook mogelijk de prothese zonder een liner aan de stomp te bevestigen. Zonder een liner gaat de stomp direct in de prothesekoker. Door de huid van de bovenbeenstomp geeft dit een goede ophanging. Om de prothese om de blote huid te kunnen dragen, trekt u eerst een dubbelwandige aantrekzak van vliegerstof om de stomp. Hiermee stapt u in de prothesekoker. Terwijl u op de prothese staat, trekt u door het ventielgat de aantrekzak in zijn geheel naar buiten en zit de stomp onder in de prothesekoker. Vervolgens wordt het ventielgat afgesloten met een ventiel.
Lanyardsysteem (liner met touwtje)
De liner wordt door een touwmechanisme aan de koker bevestigd (Lanyardsysteem). Dit touwtje zit vastgeschroefd aan de onderzijde van de liner die u om uw stomp draagt. Het touwtje loopt naar buiten door een opening in de bodem van de prothesekoker. Door aan het touwtje te trekken, wordt de stomp de prothesekoker ingetrokken. Door het ratelmechanisme blijft de prothese hangen aan de stomp.
KISS-systeem (klittenbandophanging)
De liner is voorzien van klittenband. Bij het aantrekken van de beenprothese wordt het klittenband door de bodem van de koker naar buiten getrokken. Het klittenband loopt door een soort trekoog en wordt teruggeslagen op dezelfde band. Aan de bovenzijde van de voorkant van de liner zit een druppelvormig stukje klittenband. Aan de band zit een oog – het trekoog – die aan de liner kleeft. De koker heeft daardoor twee trekogen: één onderin en één aan de bovenkant van de voorzijde.